Terrasafwatering: lijngoot plaatsen

Lijngoten: Strak & eenvoudig te plaatsen
We zien steeds vaker wateroverlast door hevige regenbuien. Een goede afvoer van het regenwater is dus erg belangrijk. Met een lijngoot ofwel lijnafwatering kan dit op een fraaie en esthetische wijze. Ze zijn perfect te integreren in uw tuinontwerp. De lijngoten zijn zo ontworpen om tussen klinkers of tegels verwerkt te worden. De verschillende typen van afdekroosters maken de lijngoten toepasbaar in zowel moderne, landelijke of klassieke tuinen.

Toepassingen lijngoten

• Particuliere tuinen
• (Horeca) terrassen
• Opritten
• Bedrijfs- en kantoortuinen
• Zwembaden

Materialen en toepassing
Lijngoten worden geleverd in verschillende materialen. Polyesterbeton lijngoten en kunststof lijngoten zijn de meest gebruikte. Bij de roosters is er meer keuze; van gietijzer, RVS, kunststof tot gegalvaniseerd staal. Elk materiaal heeft zijn specifieke toepassing en stijl. Kunststof lijngoten en roosters hebben vaak een lage verkeersklasse (A15) en zien we vooral in particuliere tuinen en terrassen.

Wilt u de lijngoot toepassen in bijv. een oprit? Dan is een lijngoot met een minimale verkeersklasse van B125 aan te raden. Let bij de aanschaf van een lijngoot dus altijd op de juiste verkeersklasse.

Verkeersklasse toepassing

• A15 (15kN) voet- en fietspaden, schoolpleinen, groenstroken en tuinen. Niet geschikt voor zones met autoverkeer.
• B125 (125kN) trottoirs, voetgangerszones, parkeerplaatsen voor auto’s en garage-inritten. Geschikt voor zones met personenauto’s.
• C250 (250kN) afwatering straatranden en bermen.
• D400 (400kN) rijbanen, parkeerplaatsen en winkelstraten met hoge intensiteit
• E600 (600kN) gebieden met hoge wielbelasting zoals industriegebieden en havens.
• F900 (900kN) gebieden met extreem hoge wielbelasting zoals bijv. vliegvelden

Inleg- of oplegrooster
Bij de keuze van de roosters heeft u de mogelijkheid tussen een oplegrooster of een inlegrooster. Let bij de aanschaf op of de lijngoot geschikt is voor een opleg of inlegrooster, deze zijn namelijk onderling niet uitwisselbaar. Naast de klassieke inleg- en oplegroosters kunt u ook kiezen voor een extra smalle sleufgoot. Het opzetstuk kan op de goot geplaatst worden waardoor er slechts een smalle waterafvoer zichtbaar is. De sleufgoot wordt verwerkt tussen de tegels of klinkers. Dit kan bijv. mooi zijn in moderne tuinen met strakke tegels. Omdat de smalle sleufgoot vanaf boven niet toegankelijk is voor onderhoud, is een extra gootstuk met inspectieopening noodzakelijk.

Aansluiten op gemengd riool, HWA of infiltratievoorziening
De lijngoten zijn aan te sluiten op het gemengde riool, de hemelwaterafvoer of een infiltratievoorziening. Bij aansluiting op bijv. infiltratiekratten dient u rekening te houden met o.a. de bergingseis en de waterdoorlatendheid van de bodem. Er zijn standaardgoten verkrijgbaar met onder- en zijuitlopen of een voorziening daarvoor. Het aantal aan te sluiten goten op een afvoer is afhankelijk van het type goot en van het af te wateren oppervlak. Gebruik bij aansluiting op het gemengde riool een stankslot of rioolsifon om hinderlijke geuren uit te sluiten. Om verstoppingen in de hemelwaterafvoer of riolering te voorkomen is het aan te raden om een bladkorf en eventueel een zandvanger te plaatsen.

Lijngoten plaatsen

1. Kies het type goot welke u gaat toepassen; een roostergoot of een sleufgoot. Bepaal daarna de
positie van goot.

2. Na het bepalen van de positie kunt u de PVC afvoerbuizen aanbrengen waarop de goot aangesloten zal worden. De meeste goten hebben een uitloop van 110 mm. Als de bestaande afvoerbuizen kleiner zijn, heeft u een verloopstuk nodig. Voorzie eventueel een rioolsifon.

3. Als de benodigde PVC afvoer is voorzien kunt u de sleuf voor de fundatie uitzetten en uitgraven. De uit te graven diepte is afhankelijk van de gekozen goot. Onder de goot dient ca. 10 cm gestabiliseerd zand of beton te komen. U telt dus 10 cm op bij de totale hoogte van de goot. Ook de zijkanten van de goot worden ingewerkt in gestabiliseerd zand of beton. Rondom 10 cm is voldoende. (zie afbeelding) Als u de goten aanbrengt in bestaande verharding, kunt u deze als referentie gebruiken voor de hoogte. Bij nieuwe verharding is een referentiekoord een handig hulpmiddel.

4. De fundatie kan nu aangebracht worden. Voor toepassing in de tuin of terras (A15) is een fundatie van gestabiliseerd zand voldoende. Bij het gebruik van licht autoverkeer (B125), zoals een oprit, is een zwaardere fundatie nodig. Dit kan met stampbeton C12/15. Zorg in beide gevallen voor een verdichte ondergrond die niet kan nazakken.

5. U kunt starten met het plaatsen van de goten. Begin met de goot die u aansluit op de PVC afvoer. Dit kan eventueel ook met een zandvangput. Deze moet u uiteraard dieper plaatsen i.v.m. zijn hoogte.

6. De volgende goten zijn hierop eenvoudig aan te sluiten. De meeste goten hebben een kliksysteem. Zorg er voor dat de bovenzijde van de goot 4-5 mm. lager ligt dan de bovenzijde van de verharding. De goten zijn voorzichtig aan te kloppen met een rubber hamer. Let er op dat u de roosters niet beschadigd. Gebruik bij het plaatsen wederom een koord of de bestaande verharding als referentie.

7. Wanneer de goot volledig is geplaatst kunt u de (nieuwe) verharding leggen. Het is belangrijk dat de tegels of klinkers goed aansluiten tegen de goot i.v.m. de stabiliteit. Vergeet niet om de eindkapjes te monteren en het gestabiliseerde zand / beton voldoende te laten uitharden.

Download: Flyer lijngoten (pdf)